SOORTENMANAGEMENT-
PLAN
Een soortenmanagementplan kan in bepaalde gevallen een betere keuze zijn dan project specifieke ecologische onderzoeken. Hieronder leggen we uit hoe het zit.
Een duurzame toekomst wordt steeds belangrijker: steeds meer gemeentes, woningcorporaties en groot-grondbezitters zijn dan ook van plan om te bouwen, verbouwen of te renoveren. Als initiatiefnemer van een van deze voorgenomen ontwikkelingen dien je onderzoek te laten verrichten naar het voorkomen van beschermde soorten. In veel gevallen richt dit onderzoek zich op vleermuizen, Huismussen en Gierzwaluwen die bescherming genieten van de Wet natuurbescherming.
Tot op heden wordt (in veel gevallen) per project ecologisch onderzoek verricht en een ontheffing bij het bevoegd gezag (Omgevingsdienst) aangevraagd. Dit is een tijdrovende klus die zich enkel richt op kleine populaties van soorten binnen het plangebied.
Om als gemeente, woningcorporatie of grootgrondbezitter niet voor elk project ecologisch onderzoek te laten verrichten, biedt de Wet natuurbescherming de mogelijkheid om een gebiedsgerichte ontheffing voor een langere periode en een groter gebied af te geven. Met een gebiedsbrede aanpak wordt de verspreiding van (beschermde) soorten in een heel (groot) gebied in kaart gebracht. Bescherming is dan niet gericht op een paar dieren in één project, maar op de hele populatie binnen een heel groot gebied. Dit kan in stedelijk gebied, maar ook in het buitengebied.
Gebiedsbreed onderzoek kan in allerlei vormen worden uitgevoerd, maar de meest voorkomende vorm van gebiedsbreed onderzoek uitvoeren is in het kader van een soortenmanagementplan (SMP). Als middels gebiedsbreed onderzoek in kaart is gebracht waar beschermde soorten voorkomen en hoe groot de populaties zijn, wordt een plan opgesteld. Het doel van het soortenmanagementplan is het actief verbeteren van de staat van instandhouding van beschermde dieren- en plantensoorten. Daarnaast worden koppelkansen beschreven om de biodiversiteit in een gebieden te herstellen en te verbeteren.
Met het soortenmanagementplan wordt vervolgens een generieke ontheffing bij het bevoegd gezag aangevraagd. Wordt de ontheffing verleend, dan hoef je niet meer voor elke voorgenomen ontwikkeling een losse ontheffing aan te vragen. Als eis voor het verlenen van een generieke ontheffing, dient in het soortenmanagementplan beschreven te staan welke maatregelen per ingreep genomen moeten worden om te voorkomen dat schade aan verblijfplaatsen en functioneel leefgebied onstaat. In veel gevallen worden deze maatregelen gekoppeld en gecombineerd met de vergroening van het stedelijk gebied.
Een soortenmanagementplan scheelt veel tijd en kosten en de verleende gebiedsontheffing is tien jaar geldig.
Wil je graag meer weten over een soortenmanagementplan of heb je hulp nodig en wil je graag een offerte opvragen?
Neem dan contact met ons op via de button hieronder en we nemen binnen 2 werkdagen contact met je op.