QUICK SCAN

​

​

Overal waar een ruimtelijke ontwikkeling gerealiseerd wordt, krijg je als initiatiefnemer te maken met de Wet natuurbescherming. De Wet natuurbescherming kent Soortenbescherming, Gebiedsbescherming en Beschermde houtopstanden. Bij een ruimtelijke ontwikkeling ben je verplicht om te onderzoeken of de geplande ingreep een negatief effect heeft op één of meerdere onderdelen van de Wet natuurbescherming. Zonder inzichtelijk te maken welke effecten er kunnen optreden, lopen projecten vaak (onnodige) vertraging op tijdens de aanvraag van een omgevingsvergunning. Het is dan ook verstandig om vroegtijdig in het proces ecologisch onderzoek te laten uitvoeren. Daarnaast biedt de inzet van een ecoloog ook veel mogelijkheden voor natuurinclusieve bouwprojecten. 

​

​

​

Ten behoeve van een ruimtelijke ingreep is ecologisch vooronderzoek vaak de eerste stap. Middels een bureaustudie en veldinventarisatie worden beschermde natuurwaarden in en rondom een plangebied in kaart gebracht, beoordeeld op mogelijke effecten en verwerkt in een adviesrapportage. Een quickscan flora en fauna richt zich op alle beschermde soorten en beschermde natuurgebieden van de Wet natuurbescherming. 

Uit een quickscan wordt duidelijk of nader onderzoek noodzakelijk is of niet. Kunnen effecten op beschermde natuurwaarden redelijkerwijs worden uitgesloten en is nader onderzoek niet nodig? Dan geldt alleen de zorgplicht en kan er conform een op te stellen ecologisch werkprotocol gewerkt worden. Laat een quickscan altijd vroegtijdig uitvoeren, zo voorkom je vertraging in het planproces. 

​

​

​

Als uit de quickscan blijkt dat beschermde dieren en planten in en rondom het plangebied kunnen voorkomen, is het noodzakelijk om soortgericht onderzoek uit te voeren. De onderzoeksperiode waarin het soortgericht onderzoek uitgevoerd kan worden is soortspecifiek maar valt in de meeste gevallen tussen maart en oktober. Soortgericht onderzoek is altijd maatwerk en wordt in veel gevallen conform beschikbare protocollen en Kennisdocumenten uitgevoerd. Is een effect op een beschermd natuurgebied (Natura 2000-gebied of Natuurnetwerk Nederland (NNN)) niet uit te sluiten? Ook dan begeleiden wij onze opdrachtgevers van A tot Z.

​

​

​

Als uit het soortgericht onderzoek blijkt dat de voorgenomen ontwikkeling invloed heeft op een onderdeel van de Wet natuurbescherming, dient er een ontheffing bij een omgevingsdienst of provincie te worden aangevraagd. Een ontheffingsaanvraag vraagt in de meeste gevallen om een nauwe samenwerking tussen ons en de opdrachtgever. De mitigerende of compenserende maatregelen die nodig zijn, kunnen immers effect hebben op de wijze van uitvoering, ontwerp of planning. De te treffen maatregelen moeten ook uitvoerbaar blijven, daarom bespreken wij altijd - voordat het activiteitenplan is ingediend - de details uitvoerig met onze opdrachtgever. Nadat de ontheffingsaanvraag is ingediend kan het bevoegd gezag (omgevingsdienst) nog aanvullende vragen stellen. Wij ontzorgen je door deze vragen te beantwoorden en informeren je over de stand van zaken. Wij adviseren je om simultaan aan de ontheffingsaanvraag een ecologisch werkprotocol op te laten stellen, dit is vaak wenselijk of zelfs verplicht. Hierin wordt beschreven welke (voorzorgs)maatregelen getroffen worden om negatieve effecten te voorkomen en welke werkwijze gehanteerd wordt.