BESCHERMDE GEBIEDEN
ONDERZOEK
Onderzoek in en naar beschermde gebieden kan van cruciaal belang zijn voor jouw project.
Lees hieronder waarom en hoe.
![veluwe.jpg](https://static.wixstatic.com/media/211d40_aaf001d50eb24a9192f5799a85e61765~mv2.jpg/v1/fill/w_315,h_315,al_c,q_80,usm_0.66_1.00_0.01,enc_avif,quality_auto/veluwe.jpg)
Nederland kent 162 strikt beschermde natuurgebieden, ook wel Natura 2000-gebieden genoemd. Dit netwerk bestaat uit gebieden die zijn aangewezen in het kader van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Beide instrumenten zijn belangrijk om de Europese biodiversiteit te waarborgen. De selectie van de gebieden is gebaseerd op de aanwezige natuurwaarden, zoals habitattypen en specifieke in het wild voorkomende dier- en plantensoorten.
De Natura 2000-gebieden vormen samen met de agrarische natuurgebieden en nieuwe natuur het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Het NNN is de ruggengraat van de Nederlandse natuur en werd in 1990 geïntroduceerd in het Natuurbeleidsplan en is sindsdien meermaals aangepast.
Een voorgenomen ontwikkeling kan op verschillende manieren effect hebben op een Natura 2000-gebied of NNN. Voor Natura 2000-gebied gelden weer andere regels dan voor het NNN. Daarom is ecologisch onderzoek voorafgaand aan de voorgenomen ontwikkeling een essentieel onderdeel! Er zijn dan ook verschillende type onderzoek mogelijk per beschermd natuurgebied, die hieronder per onderdeel worden beschreven:
Natura 2000-gebied
Voortoets
Een voorgenomen ontwikkeling of activiteit, ook wel een Natura 2000-activiteit genoemd, kan plaatsvinden in een Natura 2000-gebied, maar heel vaak vindt de voorgenomen ontwikkeling of activiteit juist plaats buiten een Natura 2000-gebied. Ook dan kan een negatief effect ontstaan op natuurwaarden in een Natura 2000-gebied. Dit wordt ‘externe werking van een Natura 2000-gebied’ genoemd. Een initiatiefnemer is dan verplicht om een voortoets uit te voeren om te bepalen of de voorgenomen ontwikkeling of activiteit resultereert in negatieve effecten in een Natura 2000-gebied. Een voortoets is de eerste stap om te bepalen of en welke negatieve effecten optreden in een Natura 2000-gebied.
Passende beoordeling
Op het moment dat uit de voortoets blijkt dat de voorgenomen ontwikkeling of activiteit resulteren in significant negatieve effecten op één of meerdere instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000-gebied, dient een passende beoordeling te worden uitgevoerd. Een passende beoordeling is de tweede stap en bestaat uit nader onderzoek en gaat met meer detail in op de verschillende aspecten uit de voortoets. Daarnaast worden ook de mogelijkheden voor mitigatie en de cumulatie met andere plannen en projecten in beeld gebracht. Op basis van al verzamelde gegevens voorziet Ecoloog op Maat een effectbepaling van de voorgenomen ontwikkeling of activiteit.
ADC-toets
Zijn significant negatieve effecten ook na mitigatie niet uitgesloten in een passende beoordeling? Dan moet een voorgenomen ontwikkeling of activiteit voldoen aan de ADC-toets. De criteria voor deze toets staat voor:
-
Alternatieven;
-
Dwingende reden;
-
Compensatie.
STIKSTOF
In Nederland komen veel habitattypen voor die gevoelig zijn voor verzuring en vermesting als gevolg van stikstofdepositie. Bij een vergunningsaanvraag moet een initiatiefnemer aantonen hoeveel stikstofneerslag veroorzaakt wordt door een voorgenomen ontwikkeling of activiteit. Met behulp van de AERIUS Calculator wordt de eventuele depositie van stikstof op de omliggende natuurgebieden berekend.
In een stikstofdepositieberekening wordt berekent hoeveel stikstof neerslaat:
-
In de aanlegfase (tijdens sloopwerkzaamheden, terreinvoorbereiding en bouw);
-
In de gebruiksfase (tijdens het in gebruik nemen van de voorgenomen ontwikkeling of activiteit) binnen stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden.
Bij een uitkomst van 0,00 mol/ha/jr is een voorgenomen ontwikkeling of activiteit niet vergunningsplichtig. Op het moment dat de uitkomst hoger is dan 0,00, worden praktische adviezen en maatregelen opgesteld in de vorm van een voortoets of passende beoordeling.
Natuurnetwerk Nederland (NNN)
Nee, tenzij-toets
Op het moment dat een voorgenomen ontwikkeling of activiteit in een Natuurnetwerk Nederland (NNN) wordt uitgevoerd, is het verplicht om eventuele effecten in beeld te brengen. Het NNN kent geen externe werking. Voor een effectbepaling van het NNN zijn de provinciale ruimtelijke verordeningen en het geldende bestemmingsplan leidend. In beginsel mogen de wezenlijke kenmerken en waarden van het NNN niet worden aangetast. Is er geen alternatief mogelijk, dan moet er sprake zijn van zwaarwegend maatschappelijk belang.
Onze experts op het gebied van Natura 2000-gebieden, stikstof en NNN begeleiden je van A tot Z gedurende het hele proces en stellen praktische oplossingen voor.
Wil je graag meer weten over onderzoek omtrent beschermde gebieden of heb je hulp nodig en wil je graag een offerte opvragen?
Neem dan contact met ons op via de button hieronder en we nemen binnen 2 werkdagen contact met je op.